Nieuwe leidraad voor beheer reuzenberenklauw

Reuzenberenklauw / Henk van Bruggen

Reuzenwoekeraar

Veel natuur beherende vrijwilligers kunnen er over meepraten: woekerende reuzenberenklauw. Voor de meesten een ramp. Daar waar de plant verschijnt, verdringt het doorgaans al snel de inheemse begroeiing. Reuzenberenklauw veroorzaakt bovendien bij aanraking ernstige irritatie en brandblaren. Nog altijd rukt de spraakmakende exoot op in natuurgebieden, ruigte terreinen en langs bermen en dijken. Dit was aanleiding voor de Europese Unie om de plant op de Unielijst van Invasieve exoten te zetten, waardoor bestrijding voor terreineigenaren verplicht is. Maar hoe pak je de bijna niet te stuiten reuzenberenklauw aan? De nieuwe, door Landschapsbeheer Flevoland ontwikkelde Leidraad geeft een heldere handleiding en laat zien dat het terugdringen van reuzenberenklauw een kwestie van een lange adem is, maar wel met uitzicht op succes.

Verspreiding voorkomen

De Leidraad voor het beheer van reuzenberenklauw beschrijft verschillende bestrijdingsmethoden die leiden naar 1 doel: voorkomen van zaadzetting en uitputten van de zaadbank om verspreiding te voorkomen. Uitgangspunt van de leidraad is dat bestrijding van de plant alléén mogelijk is bij een duidelijk plan en een gecoördineerde aanpak. Een goed plan begint bij het in kaart brengen van de groeiplaatsen van reuzenberenklauw. Zoals de haarden, delen met individuele planten en schone terreindelen.

1. Prioriteit bij schone delen en individuen

Bij de gecoördineerde aanpak, waarbij aangrenzende terreineigenaren samen werken, hoort de eerste prioriteit te liggen bij de nog schone delen en de delen met individuele planten. Hier moet door middel van tijdig maaien, in combinatie met het ondergronds vernietigen van de individuele planten, zaadzetting en verdere uitbreiding voorkomen worden. De schone delen van het terrein moet je voortdurend monitoren. Als je dit beheer ten minste 12 jaar volhoudt, is de kans op succes groot.

2. Bufferzone maken 

Vervolgens creëer je bij haarden een bufferzone van ten minste 25 m breed te zijn, vanwege de maximum afstand van zaadverspreiding. Ook hier moet het beheer erop gericht zijn iedere vorm van zaadzetting te voorkomen. Dat betekent ten minste 2 x maaien in de periode april – juni voordat de plant in bloei komt en aanvullend de ondergrondse delen van de plant vernielen met speciaal ontworpen reuzenberenklauwboren. Als je bij de creatie van een bufferzone een deel van de haard meeneemt, perk je de groeikern van de plant al in.

3. Haarden bestrijden

Tot slot dan de bestrijding van de haarden zèlf. Dit kan alleen gebeuren als er binnen de beheercapaciteit nog ruimte over blijft. In heel wat gevallen is dat niet het geval, maar is door in ieder geval de eerste twee stappen te doorlopen, verdere uitbreiding voorkomen. Waar nog wel ruimte is kunnen de haarden, of stapsgewijs delen daarvan in een zelfde beheer worden genomen als de bufferzone. 

Leidraad

Een makkelijke weg is er bij de bestrijding van reuzenberenklauw niet. Maar, wie de voorgeschreven strategie over langere tijd volhoudt, zal volgens de Leidraad verdere uitbreiding van de plant kunnen voorkomen en de groeiplaatsen verkleinen. De plant volledig elimineren zal alleen lukken waar de haarden niet al te groot zijn. Download de Leidraad hier.

Handig

Handig om te weten: voor de bij Landschap aangesloten vrijwilligersgroepen is een speciale accuboormachine te leen. Hiermee kan je makkelijk de penwortel van de reuzenberenklauw verwijderen.

cover M1 2024

Maak gratis kennis met ons magazine

Ben je liefhebber van natuur? Dan mag je ons magazine niet missen. Met de mooiste natuurfoto's, opvallende weetjes over dieren én verrassende achtergrondverhalen uit het veld. Inclusief fiets- of wandelroute. 

 

Naar boven