Het oranjetipje komt eraan

Oranjetipje op Pinksterbloem
© René Krekels NIS

Een keer per jaar de kans ze te zien

Door: Peter Mol

Als één vlinder symbool staat voor de lente, dan is het ‘t oranjetipje. Normaal gesproken vliegt deze prachtige witte vlinder met fel oranje vleugeltipjes vanaf half april tot eind mei. Dat doen ze vooral boven bosranden, kruidenzones, langs parken en bosplantsoenen en bloemrijke graslanden. Maar de plannen van oranjetipjes worden vaak gedwarsboomd door regen en kou. Zo erg soms, dat ze nauwelijks aan vliegen toekomen. Daarom is het ieder jaar weer spannend als hun waardplanten,  pinksterbloem en look zonder look, weer bloeien. Gaan we het oranjetipje zien of krijgen ze geen kans zich voort te planten. En wat doen oranjetipjes in dat laatste geval? Is er een plan B?

Een echte bos- en parkrand vlinder

Wie in Noord-Holland van oranjetipjes wil genieten, moet vooral in bossen en landgoederen van de duinen en het Gooi zijn. Maar met wat geluk kan je ze ook overal elders in onze provincie aantreffen. Als er maar bosranden of uitgebreide heggen en hagen aanwezig zijn. In de randen moeten wel bloemrijke zones aanwezig zijn, waar ook look zonder look en pinksterbloem voorkomen.  Naast deze twee planten gebruiken ze heel soms ook waardplanten als ruige scheefkelk en Judaspenning. Nectar drinken ze o.a. op paardenbloem en echte koekoeksbloem. Dat gebeurt met dichtgeklapte vleugels zodat je ze nauwelijks herkent.

Slechts vijf weken te zien

De periode van het jaar dat je oranjetipjes kan tegenkomen, is maar kort. Gemiddeld zijn ze slechts een week of vier te zien tussen half april en half mei. Om te kunnen vliegen moet de temperatuur ten minste 10 graden zijn (wat voor veel vlindersoorten nog te koud is) en moet de zon schijnen. De hele vliegperiode is afgesteld op de groei en bloei van de waardplanten waarop de vrouwtjes hun eitjes afzetten. Dat zijn look zonder look en pinsterbloem.

Wat te doen bij aanhoudende regen en kou?

Oranjetipjes hebben het als vroege voorjaarsvlinders niet makkelijk. In de korte periode dat ze vliegen is het weer vaak onbestendig en koud. Ze kunnen dan niet of nauwelijks uitvliegen om zich voort te planten. Twee jaar geleden was dat het geval toen we de koudste aprilmaand in 35 jaar beleefden en ook mei koel en wisselvallig was. Oranjetipjes passen zich in zo’n geval allereerst aan door de vliegtijd uit te stellen. Als zich ver in mei toch nog een goede dag aandient, vliegen ze onmiddellijk massaal uit.

Kilometers maken op een mooie dag of plan B?

Oranjetipjes benutten spaarzame goede dagen maximaal. Mannetjes vliegen dan vele kilometers langs zomen van bosranden, hagen en houtwallen op zoek naar vrouwtjes. Behalve op zicht, speuren  de vrouwtjes ook op geur. De bedrijvige mannen lopen helaas vaak een blauwtje. Vrouwen die al door een minnaar zijn bevrucht accepteren geen nieuwe meer. De pech van aanhoudende kou heeft ook een voordeel. Oranjetipjes kunnen onder die omstandigheden langer leven doordat hun vleugels door het stilzitten minder snel slijten. Ze kunnen hun leven dan wel een week of drie rekken. In erg barre jaren moet plan B uit de kast. Dan kunnen rupsen van oranjetipjes zelfs één of twee jaar overslaan en als pop blijven wachten op een beter voorjaar.

Alle ruimte aan pinksterbloemen, look zonder look en struiken

Oranjetipjes leggen hun eitjes hoofdzakelijk op look zonder look of pinksterbloemen. Die moeten wel op korte afstand van struikenhagen of bos- en parkranden met struiken staan. Dat is de zone die we de we kruidenzoom noemen. Gek genoeg eten ze bij hun waardplanten niet de bladeren (zoals veel vlinders), maar de bloemen en de verse zaadjes. Daarna vertrekken ze zo snel mogelijk naar de struiken. Niet kruipend, maar door als ware Tarzans van kruidenstengel naar kruidenstengel te zwieren. Bij de struiken aangekomen klimmen ze naar een tak, waar ze vermomd als doorntje of dood takje al in juli een pop vormen. Zo blijven de nepdoorntjes de rest van het jaar zitten tot in april van het jaar daarop weer een mooie dag aanbreekt. Zo is het voor zowel  oranjetipjes als ons mensen spannend wat het voorjaar brengt. Moet voor de vlinders plan B uit te kast of kunnen wij weer heerlijk van deze prachtige vlinders genieten. En kijk ook eens met andere ogen naar die struiken. Niet alleen veel vogels maar ook oranjetipjes kunnen niet zonder.

cover M4 2024

Maak gratis kennis met ons magazine

Ben je liefhebber van natuur? Dan mag je ons magazine niet missen. Met de mooiste natuurfoto's, opvallende weetjes over dieren én verrassende achtergrondverhalen uit het veld. Inclusief fiets- of wandelroute. 

 

Naar boven
M4 2024 liggend

Heb jij het laatste nummer al?

Als je liefhebber bent van natuur mag je ons magazine niet missen. Met de mooiste natuurfoto's, opvallende weetjes over dieren én verrassende achtergrondverhalen.