Roofvogelwerkgroep Het Gooi

Bovenaan de voedselpiramide

Roofvogels staan aan de top van de voedselpiramide. Hoe het met roofvogels in een gebied gaat is dus een goede graadmeter voor hoe het met de natuur is gesteld. Tot ongeveer de eeuwwisseling was op plaatselijk niveau nauwelijks bekend hoe het met de roofvogels ging. Inventarisaties vonden slechts incidenteel, periodiek en per plot plaats.

De roofvogelwerkgroep Het Gooi/Utrecht doet nu al lange tijd gericht onderzoek naar roofvogels in het gebied. Het roofvogelseizoen loopt ongeveer van februari tot augustus, maar dat is verdeeld over de verschillende soorten die niet allemaal tegelijk beginnen. Havik, buizerd, slechtvalk en raaf beginnen vroeg in het voorjaar. De sperwer en torenvalk starten vooral in april. De wespendief en boomvalk sluiten de rij met hun start in mei en juni.

Veel vrijwilligers volgen vooral havik, buizerd en sperwer. In het (vroege) voorjaar worden baltsende vogels gevolgd, hun nest gezocht en het verloop van het broedproces in kaart gebracht. Als het mogelijk is tellen vrijwilligers de eieren en wegen, meten en ringen de jongen. De verzamelde gegevens gaan naar SOVON, werkgroep roofvogel.nl en de ringgegevens naar het vogeltrekstation.

Vrijwilligers hoeven van te voren niet al veel kennis te hebben van de verschillende soorten roofvogels, al is dat natuurlijk wel prettig. Het vak is ook te leren door in het begin mee te lopen met een ervaren inventariseerder. Daarbij is het determineren van roofvogels en het volgen van een broedgeval vooral een kwestie van veel oefenen. Uiteindelijk kun je dan een eigen gebiedje onder je hoede nemen om daar de roofvogels te bestuderen. Sommige vrijwilligers hebben grote gebieden die ze inventariseren, maar het is ook mogelijk één specifiek roofvogelpaar te volgen.

Heb je interesse, meld je dan aan bij de coördinator.